Essentie

De verbeelding van de seizoensgebonden boerenarbeid is voor Van Gogh de essentie van de moderne kunst. In juli en augustus 1885 legt hij de korenoogst vast: het maaien, het schoven binden, het aren lezen en het hooien. Ook later in Arles en Saint-Rémy blijft het goudgele koren hem inspireren; hij schildert tientallen werken met korenvelden of korenschoven als motief.

Opvallende compositie

Korenschoven neemt wel een bijzondere plaats in binnen Van Goghs oeuvre door de opvallende compositie: een nadrukkelijk centraal geplaatste ‘eenzame’ bundel schoven. In andere werken waarop korenschoven voorkomen, staan ze in een hele rij of zelfs meerdere rijen schelven op het veld, vaak met een figuur erbij die de schoven aan het binden is.

Textuur en toets

In deze geschilderde studie lijkt Van Gogh zich vooral te willen oefenen in textuur en toets. Met forse verfstreken zet hij het gemaaide korenveldje op de voorgrond neer. De dunne halmen van de tegen elkaar geplaatste korenschoven, die midden in het beeldvlak zijn geplaatst, schildert hij juist heel fijn met een dun penseel. Op de achtergrond wacht het koren nog op de oogst.