Leerlingen

Van Gogh leert de beginselen van het schilderen van zijn aangetrouwde neef Anton Mauve. Mauve laat hem stillevens schilderen, omdat dit het eenvoudigste genre is om mee beginnen. Wanneer Van Gogh een paar jaar later zelf vier leerlingen krijgt – de goudsmid Antoon Hermans, de leerlooier Anton Kerssemakers, de telegrafist Willem van de Wakker en Dimmen Gestel – valt hij terug op deze beproefde aanpak. 

Hermans’ verzameling

Antoon Hermans heeft een collectie kruiken, potten, kommen, vazen en flessen die de schilders gebruiken voor hun stillevens. Zijn rol als docent stimuleert Van Gogh om ook zelf het stilleven weer op te pakken en hij schildert enthousiast met zijn leerlingen mee. De hier afgebeelde tabakspot en de baardmankruik stammen vermoedelijk uit Hermans’ verzameling. 

Tubes verf

Aanvankelijk krijgt Van Gogh niets voor zijn werk als leraar, maar hij is van plan ‘om gaandeweg de lui iets te laten betalen – maar niet in geld, doch hun te zeggen: ge moet me tubes verf geven. Want ik wil veel schilderen, aanhoudend, en ik wil erdoor krijgen dat ik niet met halve kracht meer hoef te werken, doch van ’s morgens tot ’s avonds schilderen kan.’