Vader en zoon Pissarro

In het voorjaar van 1887 komen de broers Van Gogh in contact met Camille Pissarro en diens zoon Lucien. Ze delen een liefde voor het neo-impressionisme en Japanse prenten, en raken bevriend. Dat blijkt uit ook uit Van Goghs opdracht aan ‘zijn vriend Lucien’ op dit stilleven, de enige keer in zijn Parijse tijd dat hij werk aan een kunstenaar uit zijn eigen tijd opdraagt. 

Verbleekt

Van Gogh gebruikt een lichte achtergrond, waarschijnlijk een wit tafelkleed, waarop de mand een lichtblauwe schaduw werpt. Dit zorgt voor een subtiel contrast met de gele, groene en rode tonen van de scherp afgetekende appels. De paarse, blauwe en roze kleuren in het schilderij zijn licht verbleekt, zo blijkt langs de rand van het doek waar de verf door de lijst werd afgedekt. Het geel kan een feller en groener geel zijn geweest, en ook de mand is mogelijk donkerder geweest. 

Muur

Achter de tafel is, in dezelfde kleurnuances maar met verticale streken, een muur geschilderd. Dat is uitzonderlijk voor Van Gogh. Meestal plaatst hij zijn stillevens tegen een vlakke achter- en ondergrond. Vaak lijken zijn stillevens hierdoor te zweven. Dat effect is hier ook wel aanwezig, maar dit is eerder het gevolg van de verfstreken op de tafel, die de contouren van de mand volgen.