Onpersoonlijke stijl

Helene Kröller-Müller koopt dit ongesigneerde stilleven in 1912 van de Franse kunstverzamelaar Amédée Schuffenecker. Het zou een werk van Van Gogh zijn uit zijn vroege Parijse tijd. In de jaren tachtig van de vorige eeuw gaan kenners twijfelen aan de echtheid. Die twijfel wordt vooral ingegeven door de onpersoonlijke stijl van het werk. 

Kunstmatig versneld 

De wat morsige kleuren passen niet bij Van Goghs Parijse voorkeur voor heldere kleuren naast elkaar. De verfstreek is wisselend van kwaliteit, met linksboven wanordelijke diagonale streken, en rechtsboven veel systematischer parallelle horizontale streken. Bovendien bevat de donkergroene achtergrond veel craquelé, wat mogelijk wijst op een kunstmatig versneld verouderingsproces.

Achterdocht

Wanneer Helene Kröller-Müller het stilleven verwerft, heeft ze nog weinig zicht op Van Goghs oeuvre of schilderkunstige kwaliteiten. Of Schuffenecker, die wel wordt verdacht van frauduleuze praktijken, haar met opzet een tweederangs stilleven heeft verkocht, is niet te achterhalen. Maar gezien Helenes kooplust en de goede prijzen die zij betaalt, is enige achterdocht hier wel op zijn plaats.