Analytisch kubisme

Pablo Picasso ontwikkelt samen met Georges Braque in de eerste decennia van de 20ste eeuw het kubisme. Daarin doorlopen ze verschillende fasen. Viool is een voorbeeld van het analytische kubisme. In deze fase wordt een figuur of een voorwerp ontleed, in fragmenten opgebroken en vanuit meerdere gezichtspunten weergegeven.

Netwerk van vlakken

De illusie van de natuurlijke perspectief verdwijnt en in plaats daarvan ontstaat een netwerk van vlakken naast en achter elkaar, door lijnen en schaduwen van elkaar onderscheiden. Typerend voor het analytische kubisme is dat de compositie vanuit het midden is opgebouwd en naar de randen toe ‘wegloopt’. Opvallend daarbij is de ovale vorm van het schilderij.

Experiment met de vorm

In dit schilderij is het uitgangspunt, de viool, nog slechts in een paar onderdelen te herkennen: de krul van de hals, de snaren, de kam, de welving van de kast en de f-vorm van de klankgaten. De kleuren zijn ingehouden en beperken zich tot oker, bruin en grijs. Alle aandacht gaat uit naar het experiment met de vorm.