Nieuwe omgeving

Niet lang na zijn aankomst in Arles begint Van Gogh ‘te hooi en te gras studies’ te maken om zich zijn nieuwe omgeving eigen te maken. De streek lijkt hem ‘door de helderheid van de atmosfeer en de vrolijke kleureffecten’ even mooi als Japan en doet hem denken aan Japanse prenten. 

Hartstochtelijk temperament

Hij wordt zich ervan bewust dat hij kleur kan inzetten om een gevoel uit te drukken. Kleur hoeft niet ‘lokaal waarheidsgetrouw’ te zijn, maar moet ‘een zekere emotie’ suggereren, ‘een hartstochtelijk temperament’. In dit landschap benut hij felle kleurcontrasten om de indrukwekkende rijkdom van de natuur kracht bij te zetten.

Heldere kleuren

Van Gogh schildert Knotwilgen bij zonsondergang in maart op het moment dat het blad weer aan de bomen komt. Hij gebruikt heldere gele, oranje, rode en blauwe kleuren, en brengt die met een trefzekere toets van afwisselend langere en kortere grillige verfstreken aan. De helblauwe strook achter de knotwilgen geeft vermoedelijk de in de verte gelegen bergketen van de Alpilles weer.