Verkoopbaar motief

Van Gogh komt naar Parijs, de kunststad bij uitstek van zijn tijd, omdat hij zich daar verder wil ontwikkelen als kunstenaar. Maar hij hoopt ook dat hij er werk kan verkopen. De molens van Montmartre zijn een aantrekkelijk en vooral ook  handig motief, want ze staan vlak bij zijn woning in de rue Lepic. Hij wijdt er zo’n twintig schilderijen en tekeningen aan. 

Pittoresk

Pierre-Auguste Renoir vereeuwigt dezelfde locatie in zijn Le Moulin de la Galette als een plek van feest en plezier; Henri de Toulouse-Lautrec in zijn Au bal du Moulin de la Galette als een plaats voor niet altijd even respectabele rendez-vous. Van Gogh behandelt het motief veeleer als een pittoresk, landelijk gegeven. 

Drang tot vernieuwing

Het donkere palet doet nog denken aan Van Goghs Hollandse periode. Maar de brede verfstreken en vlot geschilderde gebouwen en figuurtjes laten een door het impressionisme beïnvloede drang tot vernieuwing zien. Het contrast tussen de grijswitte lucht en de rood- en okerbruine tonen in de onderste helft lijkt direct voort te komen uit Van Goghs experimenten met complementaire kleuren.