Types

Van Gogh wil de boeren ‘in hun ruwheid’ schilderen en niet het boerenleven verheerlijken, zoals in de schilderkunst gebruikelijk is. Het gaat hem daarbij niet om waarheidsgetrouwe portretten maar om ‘types’, die symbool staan voor een grotere groep. Door hetzelfde model herhaaldelijk te bestuderen komt hij tot iets dat ‘anders is dan een gewone studie, typiger, meer gevoeld n.l.’ 

Grove gelaatstrekken

Deze studie is tegen een nachtelijke hemel opgezet. Op de achtergrond staan – nauwelijks zichtbaar – links en rechts van het gezicht twee bomen. De vrouw heeft grove gelaatstrekken en draagt het haar onder een klein kapje, waardoor zij kort haar lijkt te hebben. Deze kop wordt daarom vaak aangezien voor die van een man. 

Model

Van Gogh is altijd bewust op zoek naar bepaalde modellen. Deze vrouw poseert vermoedelijk ook voor verschillende tekeningen van zijn hand. Hij herkent in haar ongetwijfeld het type boerin dat hij in het werk van zijn grote voorbeeld Jean François Millet zo bewondert: ‘ruwe platte gezichten met laag voorhoofd en dikke lippen, niet dat scherpe, maar vol’.