Tonaal
Dit schilderij duikt in 1920 op als een ‘Van Gogh’ bij de veiling van de collectie van de verzamelaar Lodewijk Cornelis Enthoven. Nadat het in het museum is terechtgekomen, ontstaat er toch twijfel. Het is een zeer tonaal werk, met alleen de wit-rode accenten van de anjers tegen een okerachtige achtergrond. Daar zijn in het oeuvre van Van Gogh geen andere voorbeelden van.
Gedoubleerd doek
Het is bovendien een gedoubleerd doek: een kleiner doek is op een groter doek geplakt en met enkele steken vastgenaaid. Delen van de achtergrond en het felste rood van de rode anjers zijn over- en bijgeschilderd, ook over de rand van de doublering heen. Het lijkt erop dat de ingreep diende om een al geschilderd werk te vergroten. Dat zou voor Van Gogh een uitzonderlijke werkwijze zijn.
Verkeerde toeschrijving
De vaas is onbeholpen geschilderd, maar de bloemen zijn secuur en gedetailleerd weergegeven. Het werk staat inmiddels ingeboekt als ‘anoniem’. Het gaat hier waarschijnlijk om een verkeerde toeschrijving, die op zijn laatst dateert van de veiling van Enthoven. Het is niet bekend of de verzamelaar zelf dacht dat het om een Van Gogh ging, maar dat wordt wel aangenomen.