Beeldhouwkunstige principes
Carel Visser maakt in de jaren 50 en 60 robuuste ijzeren sculpturen in geometrische vormen. In deze volledig abstracte beelden staan beeldhouwkunstige principes, zoals massa en ruimte, en gewicht, evenwicht en symmetrie centraal.
Twee mogelijkheden
Een monumentaal voorbeeld hiervan is Kubus en zijn stapeling. Het beeld bestaat uit twee bijna manshoge stalen kubussen. De ene is gesloten en onbewerkt, de andere, met oorspronkelijk dezelfde maat, is horizontaal verzaagd in acht gelijke lagen, die in verschillende richtingen zijn verschoven. Visser stelt hier een pure, onaangetaste kubus tegenover een kubus die een heldere ingreep heeft ondergaan. Hij geeft twee mogelijkheden van hetzelfde volume.
Plat vlak
Rond 1970 onderzoekt Visser de kubusvorm nog verder. In het werk Kubus en uitslag, uit 1971, bestaat de ene kubus uit zes slappe, vierkante metalen platen, die door stroken leer bijeen worden gehouden. De andere ligt plat op de grond uitgevouwen, in de vorm van een kruis. Wat wezenlijk is voor een kubus, zijn volume, is verdwenen; hij is gereduceerd tot een plat vlak.