Imaginair realisme

Tot 1924 schildert Carel Willink voornamelijk abstract, daarna ontwikkelt hij een eigen, magisch-realistische schilderstijl. Zelf noemt hij het ‘imaginair realisme’: hij baseert zich op de werkelijkheid, maar schildert deze uit de verbeelding.

Verre, verdwenen culturen

De twee naakte vrouwen in het landschap zijn de godin Venus en Berenice, de vrouw van de Egyptische koning Ptolemaeus. Berenice laat haar vlechten afknippen en offert deze aan Venus, omdat haar echtgenoot gezond en wel van een veldtocht is teruggekeerd. Ptolemaeus is hier verbolgen over, totdat zijn hofwiskundige Conon hem verzekert dat de goden het mooie haar van de koningin tussen de sterren hebben gevlochten. Het reusachtige kasteel op de heuvel verwijst naar verre en verdwenen culturen.

Sfeer van leegte en verval

Willink heeft de naaktfiguren en het landschap realistisch geschilderd. Toch ademt het werk een onwerkelijke en onheilspellende sfeer van leegte en verval. Het landschap steekt door de heldere kleuren scherp af tegen de donkere lucht, terwijl het licht van alle kanten komt. De vrouwen doen levenloos aan en lijken lukraak in dit landschap te zijn geplaatst.