Spectaculaire installatie
Joseph Beuys maakt in 1976 voor het Duitse paviljoen van de Biennale in Venetië een spectaculaire installatie. Hij gebruikt daarvoor afgietsels van de resten van een vredesmonument uit 1653, ‘Der Eiserne Mann’, dat naast een tramhalte in zijn geboorteplaats Kleef stond: een rechtopstaande kanonsloop met daarop een cupido als symbool van de liefde, die de oorlog overwint, en een aantal lege, omgekeerde munitievaten.
Verbinding
Hij boort bovendien in de vloer van het paviljoen een gat van 25 meter diep om een verbinding te leggen met de geschiedenis van Venetië. Het materiaal dat naar boven komt, bestaat uit puin van de in 1902 ingestorte campanile van de San Marco, gebeente en scherven. Ook dit wordt tentoongesteld.
Antiheroïsch monument
Na afloop van de Biennale beschouwt Beuys de installatie als beëindigd. Vanaf dan mag het werk nooit meer rechtop worden tentoongesteld; de onderdelen moeten ‘abgelegt’ (neergelegd) worden getoond. Ook in deze ‘ontmantelde’ staat blijft dit ‘antiheroïsche monument voor het naoorlogse Duitsland’ rijk aan betekenissen en associaties.