Georges Seurat, Le Chahut, 1889-1890De schilderijen in de tentoonstelling zijn grotendeels afkomstig uit de collectie van Helene Kröller-Müller (1869-1939) en laten het radicale werk van Franse, Belgische en Nederlandse kunstenaars zien, uit de periode tussen 1886 en het begin van de twintigste eeuw. Het gaat om werk van kunstenaars als Jan Toorop (1858-1928), Théo van Rysselberghe (1862-1926), Paul Signac (1863-1935), Georges Seurat (1859-1891), Henry van de Velde (1863-1957) en Anna Boch (1848-1936).

Pionier

Helene Kröller-Müller bracht een van de meest uitgebreide verzamelingen van neo-impressionistische schilderijen bijeen,, nog maar twee decennia nadat deze werken werden geschilderd. Ze was niet alleen een van de eerste Europese vrouwen die een grote kunstcollectie samenstelde, maar ook een pionier in het tentoonstellen van moderne kunstwerken op witte muren. Dat deed ze in het museum dat ontworpen was door de Belgische architect Henry van de Velde, die zijn carrière begon als neo-impressionistische schilder.

Helene Kröller-Müller Radical Harmony

Radical Harmony: Helene Kröller-Müller’s Neo-Impressionists richt zich op de manier waarop deze stroming een van de allereerste pan-Europese kunstbewegingen werd. Het neo-impressionisme was zo radicaal dat sommige critici uit die tijd haar als de dood van de schilderkunst beschouwden. Door de systematische aard, met name door het gebruik van de pointillistische techniek (een strak schema van ontelbare minutieus gestippelde verftoetsen en kleurcombinaties), veranderde de wijze waarop het schilderij tot stand kwam. Volgens critici zou de individualiteit van een kunstenaar, die gewoonlijk tot uiting kwam in zijn penseelstreken, verdwijnen.

De radicale aard van deze werken zal op diverse manieren verkend worden, zowel in de manier waarop ze geschilderd werden als in de politieke opvattingen achter het neo-impressionisme. De beweging ontstond namelijk als reactie op het industriële tijdperk, waarbij het verlangen was om de maatschappij opnieuw vorm te geven door het schilderen van de strubbelingen van de arbeidersklasse.

Tegelijkertijd streefden de kunstenaars ernaar om schilderijen te maken die de werkelijkheid probeerden te overstijgen door aan de ene kant radicaal vereenvoudigde composities te maken die de essentie toonden van wat ze wilden uitbeelden en aan de andere kant harmonie te bereiken door kleur en geometrie. 

Samenwerking

Op de tentoonstelling zijn ook werken te zien die Helene niet zelf verzamelde. Deze zijn afkomstig uit openbare en privécollecties wereldwijd, waaronder het Rijksmuseum in Amsterdam, Museum Barberini in Potsdam en Tate uit het Verenigd Koninkrijk. Ook worden er werken uit de eigen neo-impressionistische collectie van de National Gallery getoond.  

Radical Harmony: Helene Kröller-Müller’s Neo-Impressionists is samengesteld door Julien Domercq, conservator bij de Royal Academy of Arts, Christopher Riopelle, de Neil Westreich Curator of Post-1800 Paintings bij de National Gallery, en Renske Cohen Tervaert, conservator bij het Kröller-Müller Museum.

Radical Harmony: Helene Kröller-Müller’s Neo-Impressionists zal vanaf 13 september 2025 tot en met 8 februari 2026 te zien zijn in de National Gallery in Londen.

Het is niet de eerste keer dat het museum samenwerkt met de National Gallery. Op dit moment is de tentoonstelling Van Gogh: Poets and Lovers te zien met zes Van Goghschilderijen uit de collectie van het Kröller-Müller Museum. De tentoonstelling is nog te zien tot en met 19 januari 2025.

Foto's: Georges Seurat, Le Chahut, 1889-1890 / Helene Kröller-Müller