Schilder- en stapmaat
Paul-Eugène Milliet is tweede luitenant in een zoeavenregiment van het Franse leger (de maan en ster in de rechterbovenhoek verwijzen hiernaar). In Arles is hij de schilder- en stapmaat van Vincent. Hij volgt enige tijd tekenlessen bij de kunstenaar en vergezelt hem op zijn schildertochten.
Prototype van een minnaar
Van Gogh, die een moeizame omgang met vrouwen heeft, bewondert de luitenant om zijn amoureuze escapades. Met enige zelfspot bekent hij aan Theo: ‘Milliet heeft geluk, hij heeft net zoveel Arlésiennes als hij wil, maar ziedaar, hij kan ze niet schilderen en als hij schilder was, zou hij ze niet hebben.’ In dit portret zet hij hem neer als het prototype van een minnaar.
Contrasten
Het gezicht is opgebouwd uit losse, smalle verftoetsen, terwijl de achtergrond is aangebracht met brede, dikke penseelstreken. Het hoofddeksel is juist weer dun en egaal geschilderd. Ook de kleuren zijn contrastrijk. Van Gogh schrijft dat Milliet niet zo goed model kan zitten, maar dat hij tevreden is over ‘het gezicht met de bleke en doffe teint, de rode kepie tegen een smaragdkleurig fond’.