Toegetakeld

Ondanks de mistral, de stevige wind die in de winter in de Provence vaak de kop opsteekt, schildert Van Gogh veel buiten. Hij wil de ‘schitterende effecten met bleekcitroengele luchten en de silhouetten van de trieste pijnbomen’ vastleggen. Aan zijn zus Willemien meldt hij dat hij bezig is met een doek met ‘grote toegetakelde dennenbomen tegen een hemel met rode zonsondergang’. 

Groene tint

Maar terwijl hij haar schrijft, komen er ‘allerlei onbestemde gedachten’ bij hem op. ‘Kijkend naar het doek zei ik tegen mezelf: dit is het niet.’ Hij besluit de lucht te bewerken met een groene tint: ‘op een afstand worden de kleuren aldus zachter doordat ze gebroken worden’. Op het schilderij is goed te zien hoe deze zachtgroene streepjes de lucht verlevendigen. 

Gebroken tonen

Het groen is een kleur die op het palet ‘dof en vuil wit’ lijkt. Het doet Van Gogh denken aan zijn ziekte. ‘Wanneer ik sommige van mijn schilderijen met andere vergelijk, laten ze duidelijk zien dat ze zijn geschilderd door een zieke en ik verzeker je dat ik het niet opzettelijk doe. Maar zonder het te willen monden mijn berekeningen steeds uit in gebroken tonen.’