Directe omgeving
Op 8 mei 1889 meldt Van Gogh zich voor behandeling bij de inrichting Saint-Paul de Mausole in Saint-Rémy, niet ver van Arles. Als zijn ziekte het maar even toelaat, gaat hij aan het werk. De motieven vindt hij in zijn directe omgeving: het ommuurde korenveld dat hij vanuit zijn raam ziet, de tuin van het hospitaal, de olijfgaarden, de cipressen en het omringende heuvellandschap.
Uitzicht
Dit schilderij geeft een beeld van het uitzicht van zijn kamer op de eerste verdieping. Het koren is nog gedeeltelijk groen en vooraan in het veld bloeien klaprozen en margrieten. Van Gogh is verrukt van dit uitzicht: ‘Maar wat een mooie streek en wat een mooi blauw en wat een zon! En dan heb ik alleen nog maar de tuin gezien en wat ik voor het raam zie.’
Weergeven van diepte
Van Gogh heeft duidelijk geworsteld met het weergeven van diepte in het korenveld: onderaan kijk je bijna recht tegen het koren en de bloemen aan, terwijl het midden van het veld vanaf een hoger standpunt lijkt te zijn geschilderd. De achterste muur loopt erg schuin naar rechts omhoog, waardoor het totale beeld een sterke dynamiek krijgt.