Nieuwe modellen
In oktober 1884 maakt Van Gogh samen met zijn vriend Anthon van Rappard tochten in de omgeving van Nuenen. Ze zijn, zo schrijft hij aan zijn broer Theo, ‘huis aan huis bij de menschen binnengegaan’ en hebben ‘nieuwe modellen ontdekt’. Dat brengt hem op het idee om de hele winter koppenstudies te schilderen.
Worsteling
Van Gogh wil zich bekwamen in het schilderen van figuren. In deze studie worstelt hij nog duidelijk met de compositie. De man kijkt schuin naar rechts; zijn ogen zitten op verschillende hoogten. De knoop in de zakdoek om zijn hals is perspectivisch onhandig weergegeven, en zijn pijp hangt zo scheef dat de tabak eruit zou moeten vallen. Zijn linkerschouder hangt ook wat laag in de hoek.
Vlak
De groengrijze achtergrond contrasteert met het rood van de zakdoek en het rood op zijn wang. Rechts heeft Van Gogh de achtergrond lichter gemaakt, zodat de kop meer afsteekt. Toch is de dieptesuggestie niet overtuigend, en blijft het gezicht wat vlak.