Ziel en leven
‘Die weefgetouwen’, schrijft Van Gogh aan zijn broer Theo, zijn ‘zo almachtig mooie gevallen’, dat het hem een goed idee lijkt om ze te schilderen. Hij doet veel moeite om de constructie van het weefgetouw proportioneel correct weer te geven. Maar vooral wil hij de machine horen ‘klepperen’, ‘zuchten’ en ‘klagen’, met andere woorden: hij wil ziel en leven in het weefgetouw brengen.
Spin in het web
Op dit Weefgetouw met wever is het ‘zwarte gevaarte van goor geworden eikehout met al zijn latten’ prominent afgebeeld, waarbij het eikenhout sterk contrasteert met de grijs-beige muur op de achtergrond. Van Gogh schildert eerst de weefstoel en vervolgens de achterwand van het interieur. Tot slot plaatst hij de wever als een spin in zijn web in het imposante apparaat.
Representatief werk
Het doek lijkt aan Van Goghs verwachting te voldoen. Hij laat het namelijk fotograferen op een klein, zogenoemd ‘carte de visite’-formaat. Zulke afbeeldingen gebruikt hij om ‘enige connecties aan te knopen’ en zijn werk bij anderen onder de aandacht te brengen. Weefgetouw met wever is daarmee een representatief werk uit deze periode.