Geen natuurtalent
Vincent van Gogh is al 27 jaar wanneer hij besluit kunstenaar te worden. Hij weet dat hij geen natuurtalent is. Aan zijn broer Theo schrijft hij: ‘Het is voor mij zaak goed te leren tekenen, meester te worden van hetzij mijn potlood, hetzij mijn houtskool, hetzij mijn penseel.’ Hij gaat zich met behulp van studieboeken toeleggen op het tekenen, dat hij beschouwt als de basis van alles.
Verder ontwikkelen
Na een heftig meningsverschil met zijn vader vertrekt Van Gogh eind 1881 naar Den Haag, waar hij zich als kunstenaar verder hoopt te kunnen ontwikkelen. Hij maakt hier zijn eerste schilderijen, maar oefent zich vooral in het tekenen: van stadsgezichten, mensen op straat, oude mannen en vrouwen, en Sien, de vrouw met wie hij dan samenwoont.
Sterk contrast
In deze tekening zit Sien op de vloer van het atelier bij de kachel. Zij rookt een sigaar en is in gedachten verzonken. Haar witte onderkleding vormt een sterk contrast met de donkere vloer en de muur van het atelier, die Van Gogh met forse krassen van zijn zwarte timmermanspotlood schetsmatig heeft weergegeven.