Pionier

Carel Visser heeft het gezicht van de Nederlandse beeldhouwkunst na de Tweede Wereldoorlog in hoge mate bepaald. Hij is in die periode een pionier, die met zijn beelden, tekeningen, collages en grafiek steeds nieuwe wegen zoekt. Zijn vroegste beelden zijn geabstraheerde mens- en dierfiguren, zoals Stervend paard.

Universele thematiek

Het werk is samengesteld uit dunne en brede ijzeren pijpen en platen, die Visser in de gewenste vorm snijdt en aan elkaar last. Het herinnert mogelijk aan zijn jeugd in Papendrecht, waar oude trekpaarden de steile helling van de rivierpont soms niet meer halen en ter plekke bezwijken. Maar het refereert ook aan de universele thematiek van het lijden van gewonde en stervende paarden op slagvelden.

Enorme expressie

Het werk krijgt een enorme expressie door de hoekige wijze waarop de onderdelen aan elkaar zijn gelast. De gespreide benen, de verwrongen stand van het hoofd, de opengesperde mond en de liggende houding van het paard geven een aangrijpend beeld van het moment waarop het dier sterft. Het beeld heeft geen sokkel. Het paard ligt op de grond, verbonden met de aarde.