Als museumconservator in opleiding is een van mijn werkzaamheden het onderzoek uitvoeren naar Trowel (1971) van popartkunstenaar Claes Oldenburg (1929). Dit grote beeld in de vorm van een troffel, wordt in de zomer van 2016 gerestaureerd. Bij vooronderzoek door Susanne Kensche (restaurator moderne kunst en sculptuur) kwamen veel onduidelijkheden omtrent het werk naar boven. Mij werd gevraagd een rapport te schrijven naar aanleiding van het archiefmateriaal van de troffel. In deze blog een verslag hiervan.Blog Trowel

Sonsbeek buiten de perken

Trowel is in 1971 gemaakt door Oldenburg voor de tentoonstelling Sonsbeek ’71. Sonsbeek buiten de perken te Arnhem. Het toen nog zilverkleurige beeld was destijds in uitvoeringskosten het duurste werk van de tentoonstelling. Om het werk toch te kunnen betalen en tentoon te stellen, besloot Stichting Sonsbeek samen te werken met het Kröller-Müller Museum. Toenmalig directeur Rudi Oxenaar (1925-2005), besloot in samenspraak met Oldenburg om het werk na afloop van de tentoonstelling op te nemen in de collectie.Blog TrowelUit de briefwisseling tussen Oldenburg en Oxenaar blijkt dat zij samen een locatie bij het museum kozen: de T-splitsing in de buurt van de entree. Bij deze brief had Oldenburg een schets gemaakt voor de locatie van de troffel.

Een beschadigd beeld

Het beeld verkeerde na aankomst helaas al gauw in een slechte conditie. De zilverkleurige verflaag was beschadigd en op het schepoppervlak waren enkele roestplekken ontstaan.
In 1972 werd daarom gekozen het werk te behandelen, en het opnieuw zilverkleurig te schilderen.

Blog Trowel

Rood, zilver of toch blauw?

In 1975 schreef Oxenaar aan Oldenburg dat het werk door de blijvende slechte conditie weer geverfd moest worden. Blijkbaar wilde Oldenburg het werk in een andere kleur laten uitvoeren.
Uit dezelfde brief blijkt ook dat er over een meer opvallende kleur werd gesproken: “[…]However, the technical problems are such that the piece has to be painted and it would then indeed be more honest to let it look painted. Red could make it look very aggressive; is another colour feasible in your philosophy?”
Uiteindelijk heeft Oldenburg voor een blauwtint gekozen. Op zijn website noemt hij als een van de redenen voor deze kleur dat het de functie van het werk bevestigt: het verwijst direct naar de kleding (de overalls) van de werklieden die de troffels gebruiken. Ook valt een blauwe troffel meteen op in het landschap.Blog Trowel

De blauwe eyecatcher

In 1976 werd het werk behandeld en geverfd bij metaalbedrijf Nebato B.V. te Bergeijk. Na deze behandeling is de troffel naar de beeldentuin van het museum getransporteerd, waar het heeft gestaan tot 2002. Toen is het beeld terug gebracht naar de T-splitsing bij de entree van het museum, de plek die Oldenburg en Oxenaar eerder hadden gekozen vanwege de weidse omgeving. Het is een echte eyecatcher oftewel een landmark die het museum als het ware aankondigt, net als Henry Moore’s Three upright motives aan de andere kant van het park.
In deze periode is het werk nog minimaal twee keer overgeschilderd in een blauwtint.Blog Trowel

Waar is de troffel nu?

Tijdens het onderzoek werd duidelijk dat het achterhalen van de juiste, oorspronkelijke blauwtint een hele uitdaging was. Door de huidige conditie is een nieuwe behandeling noodzakelijk. De verflaag is namelijk opnieuw verweerd en plaatselijk is het metaal gaan roesten door regen, zon en de tand des tijds.
Op 4 mei 2016 werd de troffel daarom op locatie gedemonteerd en op een grote dieplader getransporteerd naar een metaalbedrijf om verdere problemen te kunnen onderzoeken. Ook is het handvat van het schepgedeelte afgehaald. Een heel karwei, maar alle moeite meer dan waard, want onder het handvat is een groot onbeschadigd vlak van de originele blauwe verflaag bewaard gebleven, omdat het werk altijd op locatie is overgeschilderd.

Het museum doet nader onderzoek naar de problemen en oplossingen betreffende de conditie. Zo moet de roest aangepakt worden en zal de troffel voorzien worden van een nieuw verfsysteem in de originele blauwe tint. Dit zal ervoor zorgen dat het werk de komende jaren weer mooi in de lak staat.

Trowel is dit najaar weer te bezichtigen. Je kunt dan ook de geschiedenis van de troffel tot in detail bekijken tijdens een kleine presentatie in het museum.Profiel Eline

Eline de Graaf
Mei 2016

Eline de Graaf (1990) is sinds februari 2016 als Museumconservator in opleiding in het Kröller-Müller Museum. Haar studie (MA Erfgoedstudies Museumconservator) volgt ze aan de VU.
Naast dit onderzoek werkt Eline ook mee aan de komende tentoonstellingen, en draait ze vier dagen per week mee met de dagelijkse activiteiten van het museum.

UPDATE

Dankzij verder onderzoek weten we nu dat Troffel in 1976 helemaal opnieuw is gemaakt. Aanwijzingen hiervoor vonden we in bouwtekeningen van de studio van Oldenburg die in dat jaar naar het museum zijn gestuurd. En toen we bij onderzoek van het werk zelf zagen dat de binnenkant van de troffel er anno 2016 nog erg goed uit zag, wisten we het zeker. Deze troffel is een ‘remake’ van de troffel uit 1971. De blauwe troffel staat -gerestaureerd en al- sinds januari 2017 weer op de T-splitsing bij de weg naar het museum. (Eline de Graaf, januari 2017)

Afbeeldingen: Claes Oldenburg, Trowel, 1971 (Locatie: Park Sonsbeek te Arnhem), schets van Claes Oldenburg in een brief naar Rudi Oxenaar, 1971, datum onbekend, zilveren troffel bij de T-splitsing, Trowel, locatie na 1976, transport Trowel naar beeldentuin in 1976, de troffel op weg naar het metaalbedrijf, 4 mei 2016.