In de Tijdlijn wordt door middel van 'storytelling' het verhaal achter belangrijke aanwinsten en gebeurtenissen verteld vanuit het perspectief van de directeuren van het Kröller-Müller Museum. Hiervoor is gebruik gemaakt van brieven en foto’s uit de archieven. Het rijk geïllustreerde resultaat geeft inzicht in de visie van Helene Kröller-Müller en haar opvolgers en motiveert hun keuzes voor de kunstenaars en architecten met wie zij hebben samengewerkt.
Nieuw online: Rudi Oxenaar
De Tijdlijn wordt gedurende het jubileumjaar 2018/2019 chronologisch gevuld met verhalen. Op dit moment biedt de Tijdlijn de geschiedenis van het Kröller-Müller Museum tot 1990. Met als nieuwste verhaal de jaren 60, 70 en 80 onder leiding van directeur Rudi Oxenaar (1925-2005). Hij werd op 1 juli 1963 directeur van Rijksmuseum Kröller-Müller en was één van Europa’s jongste museumdirecteuren.
Amerikaanse kunstenaars
Onder leiding van de ambitieuze Oxenaar volgen aankopen, tentoonstellingen en publicaties van veelal Amerikaanse beeldhouwers, zoals Kenneth Snelson, David Smith, Louise Nevelson en Richard Serra elkaar in hoog tempo op. Deze beeldhouwers speelden elk een belangrijke rol in de vernieuwing van de beeldhouwkunst en Rijksmuseum Kröller-Müller was vaak de eerste buitenlandse instelling die hun werk presenteerde.
Quistvleugel
In de jaren 70 krijgt het museum een nieuwe vleugel, ontworpen door de Nederlandse architect Wim Quist. De glazen wanden leggen de nadruk op één van de uitgangspunten van Oxenaar: ‘het samengaan van kunst, natuur en architectuur’.
‘Voorheen collectie Visser’
Oxenaar werkte vaak samen met particuliere verzamelaars, waaronder het verzamelechtpaar Martin en Mia Visser. In 1987 wordt de collectie Visser, die tot één van de belangrijkste particuliere collecties avant-garde kunst van Nederland kan worden gerekend, overgedragen aan het museum.
Lees meer over de verwerving van beeldbepalende sculpturen zoals Trowel van Claes Oldenburg, K-piece van Mark di Suvero en Three upright motives van Henry Moore in de Tijdlijn.
De Tijdlijn komt mede tot stand dankzij steun van het Helene Kröller-Müller Fonds.