’t Gein
Aanvankelijk schildert Piet Mondriaan in de naturalistische stijl van de Haagse School. Voorbeelden hiervan zijn de sfeervolle schilderijen uit de jaren 1905-1907 van de rivier ’t Gein bij Amsterdam, met als centraal motief de in het groen verscholen boerderij Geinrust. Vanaf 1908 begint hij in zijn werk de werkelijkheid langzaam los te laten.
Uitgangspunt
Hoewel Mondriaan steeds abstracter gaat schilderen, kiest hij wel landschappen, duinen en bomen als uitgangspunt voor zijn werk. Compositie no. II baseert hij op zijn schilderijen van ’t Gein. In dit schilderij brengt hij de rij bomen langs het riviertje, de boerderij en de weerspiegeling in het water terug tot een vrijwel geheel abstracte compositie van vlakken, lijnen en kleuren.
Algemene schoonheid
Mondriaan omschrijft zijn bedoelingen in deze periode als volgt: ‘Ik construeer op een plat vlak lijnen en kleurcombinaties met het doel de algemene schoonheid zo bewust mogelijk uit te beelden.’