Ter gelegenheid van de tentoonstelling Pjotr Müller, boek voor Mo (2017) is in de beeldentuin de sculptuur Soleares tristes (2002) geplaatst. Het lichtgekleurde beeld is opgebouwd uit gele zandsteen en steekt fel af tegen de beide al aanwezige werken van Müller: Nuraghe (1983) en Tempeltje van het dagelijks leven (1986).
Gedicht
Soleares tristes bestaat uit losse stenen die precies in elkaar passen. De tempelachtige constructie houdt zichzelf in stand zonder behulp van enig verbindingsmateriaal. In de zachte stenen zijn woorden gebeiteld door Müller. Samen vormen ze zinnen uit J. Slauerhoff’s dichtbundel Soleares uit 1933. Slauerhoff omschrijft in de bundel een dubbelzinnig gevoel van ‘doelloos dwalen,’ geïnspireerd op Portugese levensliederen (fado’s) vol verdriet, weemoed en melancholie, maar ook juist blijheid en feeststemming.
Schaal
Müller doet onderzoek naar bouwsels en beeldhouwwerken uit verschillende tijden en culturen die niet werden gemaakt in een artistieke, maar in een religieuze context. Balancerend op de grens tussen sculptuur en architectuur speelt Müller met de gebruikelijke schaal van objecten. Door het formaat van Soleares tristes dat 1,60 meter hoog is, ontstaat een binnenruimte waarvan de functie onduidelijk is: biedt het werk beschutting of beklemming?