In 1919 wordt de vijver afgegraven. Het plan is om een grote ronde vijver te maken die overgaat in een klein watertje. Maar tijdens de graafwerkzaamheden wordt het geoxideerde ijzerlaagje in de grond beschadigd. Normaal blijft daarop van nature regenwater staan, maar nu loopt de vijver keer op keer leeg. Na talloze reparatiepogingen wordt een kunstmatige bodem aangelegd van rollen mastiek (asfalt), die over het volledige oppervlak van de vijver worden uitgerold en met teer aan elkaar werden gehecht. De bodem is sindsdien waterdicht
Als voorzorgsmaatregel wordt in 1921 een windmolen naar ontwerp van Henry van de Velde geplaatst bij de vijver. Deze dient om bij droogte grondwater op te pompen om het niveau van de vijver op peil te houden. De windmolen heeft nooit hoeven draaien en is later weggehaald, wel is het bouwwerk onder de molen behouden gebleven
De reliëfs van Joseph Mendes da Costa verbeelden de oude en de jonge Hubertus; de verschijning van het kruis aan Hubertus en het moment waarop hij het kruis opneemt en het verder draagt door het leven
Helene vraagt de kunstenaar Arthur Henning een glas-in-loodraam te maken voor het grote venster in de entreehal van Sint Hubertus. Het raam, dat de legende uitbeeldt van de heilige Hubertus, wordt pas in de jaren twintig geplaatst
Ontwerp van het 'erker aan de zitkamer van mevrouw' door H.P. Berlage