'Deze sculpturen zijn een weemoedige tijdscapsule van liedjes die ons als totems herinneren aan de broosheid van onze verhouding met de natuur. Het lied van vogels is vastgelegd in sculpturen. Door de vorm van de sculptuur te lezen, kunnen we het gezang in gedachten oproepen.'

- Andy Holden

Geelgors. Foto: Peter Holden

GEELGORS

Vaak is een heldergele flits in de struiken het enige wat je van een geelgors te zien krijgt, maar in het voorjaar strijken de mannetjes neer op onbeschutte takken om hun kenmerkende lied over het landschap te laten klinken. In deze tijd kun je ze herkennen aan hun gele kop en borst, bruin gestreepte rug en kastanjebruine stuit. De vrouwtjes en jongen dragen een doffer, meer gestreept verenkleed. In de winter vormen geelgorzen groepen, soms samen met andere kleine vogelsoorten, om naar voedselrijke plekken te zoeken.

Zang

Vanaf zijn hoge zangpost in de top van een bremstruik of een haag langs een veld houdt de geelgors, ongeveer zo groot als een mus, zijn felgekleurde kopje omhoog alsof hij de hemel toezingt. Hij begint zijn zang met een stuk of zes ritmisch herhaalde klanken, een eenvoudige, ietwat metaalachtige roffel, gevolgd door een lagere, langere eindtoon.

De zang van de geelgors doet denken aan de openingstonen van de Vijfde symfonie van Ludwig van Beethoven: ti ti ti tèh. Daarom wordt de geelgors ook wel het ‘Beethoven-vogeltje’ genoemd.

Luister naar de geelgors

Bescherming

De geelgors is in de meeste agrarische gebieden van het Europese laagland veelvuldig te zien en te horen. In Nederland hebben veel vogelsoorten die op landbouwgrond broeden het moeilijk; de totale populatie is sinds de jaren 1990 naar schatting gehalveerd. Terwijl veel soorten achteruitgaan, lijkt de geelgors het er vooralsnog goed vanaf te brengen. Dit is mooi nieuws, want in sommige buurlanden, zoals Groot-Brittannië, is de geelgors op de Rode Lijst van bedreigde vogelsoorten beland door het verdwijnen van heggen, het ploegen van akkerranden en de afname van insecten en zaden door het gebruik van insecticiden en herbiciden.

Andy Holden, Auspiciën

Achtergrond bij de sculpturen

Andy Holden (Bedford, 1982) heeft een bijzondere interesse in vogels. Hij werkt geregeld samen met zijn vader, Peter Holden (Londen, 1948) die meer dan veertig jaar actief is geweest voor de Royal Society for the Protection of Birds. In 1979 initieert Peter Big Garden Birdwatch, de jaarlijkse tuinvogeltelling in het Verenigd Koninkrijk.

Andy Holden heeft voor de Auspiciën een aantal inheemse vogels van de Britse eilanden gekozen waarvan de populatie terugloopt: de geelgors, de gierzwaluw en de grote lijster. De sculpturen zijn driedimensionale weergaven van oscillogrammen, zichtbaar gemaakte geluidsgolven van opnamen van het unieke lied van deze vogels. Gewoonlijk lezen we geluidsgolven horizontaal, maar de sculpturen zijn verticaal en wijzen omhoog naar de lucht.

De sculpturen zijn van brons en refereren aan het werk van Henry Moore (Castleford 1889 – Much Hadham 1986) en Barbara Hepworth (Wakefield 1903 – St. Ives 1975) die zich voor hun sculpturen vaak laten inspireren door natuurlijke elementen zoals rotsen of vuursteen. Het lied van de vogels krijgt vaste vorm en gezien de lange levensduur van brons zouden de sculpturen de vogelsoorten die ze representeren weleens kunnen overleven, zodat ze monumenten worden van geluiden die toekomstige generaties niet meer zullen horen.

De keuze van de hier vertegenwoordigde vogelsoorten is geïnspireerd op aantekeningen in de notitieboeken van Charles Waterton (Walton Hall, 1782 – West Yorkshire, 1865); deze soorten gaan in het hele Verenigd Koninkrijk en in delen van Europa snel achteruit. De populatie gierzwaluwen is bijvoorbeeld in bepaalde delen van het Verenigd Koninkrijk de afgelopen vijfentwintig jaar met 57% geslonken, en het aantal geelgorzen is de afgelopen veertig jaar gehalveerd. In Nederland hebben veel vogelsoorten die op landbouwgrond broeden het moeilijk: ‘Sinds 1990 is het aantal boerenlandvogelsoorten bijna gehalveerd.’ (Vogelbalans 2022, Sovon)

Het kunstwerk heeft de titel Auspiciën omdat de oude Romeinen aan de hand van vogels de toekomst voorspelden. ‘Auspiciën’ is afgeleid van het Latijnse avis ‘vogel’ en specere ‘bekijken’.

Door de geschiedenis heen heeft het observeren van vogels ons geholpen de wereld om ons heen te duiden en voorspellingen te doen over de toekomst. In haar boek Silent Spring (Verstild voorjaar) schrijft de Amerikaanse Rachel Carson (Springdale, 1907 – Silver Spring, 1964) in 1962 over het verdwijnen van vogelgezang en luidt ze de noodklok over hoe veelgebruikte pesticiden de natuur en de voedselketen ten gronde richten. Haar boek markeert het begin van de milieubeweging over de hele wereld.

Foto's: Peter Holden / Marjon Gemmeke. Tekst: Andy Holden, Peter Holden and Adrian Thomas, 2024.