Vanaf eind 1945 heeft het museum een 'schrijfkracht' in dienst, Cisca Vroom. In een brief aan haar familie beschrijft ze haar nieuwe werkplek: 'Ik zit in een grote kamer alleen, naast die van Auping. Geen ramen naar buiten, (Mevrouw Kröller hield van geconcentreerd werken) slechts indirect dag- en kunstlicht. [...] Op een dressoir van Berlage’s meesterhand staan allerlei soorten aardewerk en porselein, van Grieks tot Delftsch, Jade en Zilver. [...] Als ik enkele uren heb gewerkt ga ik me eens vertreden in het museum. Dwaal dan door de zalen, langs Van Gogh, Renoir, enfin te veel om op te noemen'. Tussen Vroom en Auping ontstaat een relatie. Ze trouwen in september 1946 en gaan op huwelijksreis naar Luik en Brussel, waar dan een tentoonstelling met werk uit de collectie van het museum te zien is.