Piet Mondriaan (1872-1944) was een van Nederlands grootste moderne kunstenaars . Mondriaan kwam uit een streng calvinistische familie. Deze opvoeding is terug te zien in het werk van de kunstenaar. De herkenbare Piet Mondriaan compositie is harmonisch van aard. Mondriaan wilde met zijn schilderijen de kunst zuiveren van elementen die er niet in thuis hoorden. Alleen de basisprincipes van kunst moesten een plek krijgen op het doek. Deze visie paste bij de religieuze overtuigingen van Mondriaan, die geloofde in het terugbrengen van geloofspraktijken tot de kern van de religie.
Uiteindelijk resulteerde Mondriaans opvattingen over kunst in een abstracte vorm van schilderkunst die uniek was voor de kunstenaar. Maar voordat hij zijn unieke signatuur ontdekte, maakte de kunstenaar tijdens zijn carrière een drastische stijlontwikkeling door. Hij begon zijn kunstenaarscarrière met impressionistische schilderijen, waarna hij zich ontwikkelde in het symbolisme en kubisme. De abstracte kunst van Mondriaan die het meest kenmerkend is voor de kunstenaar, ontwikkelde de meester pas vanaf 1925. Je kent ze wel: de Piet Mondriaan composities met rood, geel en blauw en zwarte kaders, zoals Compositie met rood, geel en blauw (1927) uit de collectie van het Kröller-Müller.
Op 6 februari 1916 leerde Mondriaan kunstenaar-recensent Theo van Doesburg kennen. Van Doesburg vroeg Mondriaan om bij te dragen aan een kunsttijdschrift, dat De Stijl zou gaan heten. De kunstenaars die zich aansloten bij De Stijl zochten naar een totaal nieuwe vorm van kunst die een nieuwe moderne maatschappij moest aanwakkeren. Mondriaan publiceerde enkele artikelen waarbij hij een benaming introduceert voor zijn werk: neoplasticisme. Met zijn unieke stijl was Mondriaan voor alle kunstenaars van De Stijl het grote voorbeeld. Het Kröller-Müller Museum is een van de schatkamers van De Stijl, met wereldberoemde Mondriaan schilderijen en topwerken van Theo van Doesburg, Gerrit Rietveld en Bart van der Leck.
Aan het begin van haar ‘verzamelaarscarrière’ kocht Helene Kröller-Müller aanvankelijk kunstwerken aan die haar persoonlijk in de smaak vielen. Helene was vooral gefascineerd door het werk van Van Gogh en verzamelde een groot aantal werken van de meester. Helenes adviseur H.P. Bremmer maakte haar bekend met het werk van de toen nog tamelijk onbekende kunstenaar. Hij was al een groot bewonderaar.
Later wilde Helene kunst gaan verzamelen voor het grote publiek. In de verzameling ‘tot nut en genot der gemeenschap’ mocht de eigen voorkeur van Helene geen rol meer spelen. Toch kon de verzamelaar haar smaak niet helemaal verhullen. Werk van Bauhaus, een avant-garde kunstopleiding die zich sterk liet inspireren door een avant-garde kunstenaar als Mondriaan, werd niet gekocht. Maar Bremmer, de persoonlijk adviseur van Helene, zag erop toe dat ook avant-gardistische werken werden verworven. Op advies van Bremmer koopt Helene Tableau no. 1 aan, een van Piet Mondriaans kunstwerken.
Het tijdschrift De Stijl werd opgericht in 1917 in Leiden, door Theo van Doesburg. Leden Mondriaan en Van der Leck zochten naar manieren om een zo groot mogelijke harmonie en universaliteit in de kunst te bereiken. Dit was volgens de kunstenaars alleen te bereiken met het gebruik van geometrische vormen. De vormentaal werd beperkt tot rechthoeken, vierkanten en lijnen. Qua kleurgebruik zien we de drie primaire kleuren rood, geel en blauw terugkeren, aangevuld met wit, grijs en zwart. De strikte geometrie in de abstracte kunst van Mondriaan werd door veel kunstenaars van De Stijl overgenomen. Hij was een enorme inspiratiebron. Geometrie werd niet alleen toegepast in schilderkunst, maar ook in architectuur, mode, meubels en reclame. Een schoolvoorbeeld is de stoel van Gerrit Rietveld. De ‘nieuwe kunst’ kreeg op deze manier ook een maatschappelijk doel: het moderniseren van de samenleving.
In het Kröller-Müller Museum bewonder je topwerken van De Stijl, waaronder wereldberoemde Mondriaan schilderijen. Doe alvast een indruk op van de Mondriaancollectie via onze online collectiezoeker.